afb. Ernst van Mackelenbergh, Rosmalen
De twee vensters onder het grote zuidelijke transeptraam werden in 1883 geschonken uit naam van Johanna Maria Gast en Johannes Petrus van Kemenade, zoals langs de onderrand van beide ramen duidelijk is vermeld: I. v. Kemenade et J.M. Gast dono dederunt A MDCCCLXXXIII. In principe zijn de twee ramen gelijk van opbouw en zowel het onderschrift, de non-figuratieve decoraties en de schildjes Anno 1883 in de vensterkop, als de initialen en wapenschilden in de benedenrand zijn identiek. Deze initialen en wapens zijn als volgt: links ineengevlochten I K van J. van Kemenade naast zijn wapen, rechts het monogram M G voor M. Gast naast haar wapenschild. Het Van Kemenade-wapen toont in de bovenhelft op blauw een gouden aangezichtszon, onder op groen een zilveren zee; daarboven een zilveren en gouden helm met gesloten vizier en weelderig uitwaaierende dekkleden in blauw, bruinrood, zilver en goud. Rechts hiervan het familiewapen Gast: doorsneden, boven op goud een groene boom, beneden op rood een zilveren linkerschuinbalk vergezeld van twee gouden klaverblaadjes; ook dit schild is gedekt met een gesloten vizierhelm en omringd door overdadige dekkleden in rood, goud en zilver. In de acht lancetten van de beide vensters bevinden zich acht grote figuren, te weten zeven profeten en een evangelist. Boven deze personen zijn evenzoveel engelen geplaatst in tondi, die elk een banderol vasthouden met een naam, van links naar rechts: Ieremias, Iohannes, Isaias en David; Daniel, Baruch, Ezechiel en lonas. De twee middelste figuren zijn telkens wat hoger in de vensters gezet, de aldus onder hun voeten gevormde nissen werden ingevuld met een voorstelling van Johannes op Patmos. In het linker tafereel knielt de evangelist voor de Heer die hem verschijnt met zwaard en boek, gezeten op de regenboog en omringd door de zeven kandelaars; rechts schrijft Johannes, terzijde gestaan door een engel, aan zijn Openbaringen, voor hem op de grond de adelaar met de inktkoker en in de lucht de Vrouw bekleed met de zon en staande op de maansikkel (zie Apocalyps 4,l-11 en 12,l). Hoog in het linkervenster is tot slot de heilige Leonardus van Veghel afgebeeld, geflankeerd door tekstbanden met de woorden S. Leonardus - ora pro nobis; rechts is op dezelfde plaats de heilige Petrus voorgesteld met de bede H. Petrus - ora pro nobis. Deze laatste staat hier als naamheilige van J.P. van Kemenade; Leonardus van Veghel was een verre verwant van J.M. Gast.
| 88 |
26. Een afzonderlijke en wat oudere stichting is het glas in de vensters van de zuidportiek onder het juist genoemde raam. In de in totaal acht verticale vakken zijn, enigszins trapsgewijze opstijgend, de gestalten weergegeven van zeven profeten en een evangelist. In het linkse venster: Jeremias, Johannes Evangelist, Isaias en David. Daaronder een klein tafereel: het vizioen van Johannes op Patmos, de Heer met zwaard in de mond en met boek, tronend op de regenboog, zeven kandelaars om hem heen. In het rechtse venster: Daniël, Baruch, Ezechiël en Jonas. Daaronder: Johannes, gezeten schrijvend en terzijde gestaan door een engel, aanschouwt het vizioen van de Vrouw, bekleed met de Zon, de maan onder haar voeten. Op de voorgrond een arend met een inktkoker aan een lint, symbool van de evangelist Johannes. Boven in de vensterkop links de H. Leonardus van Veghel met het opschrift Sancte Leonarde ora pro nobis en Anno 1883, in de vensterkop rechts de H. Petrus met het opschrift Sancte Petre ora pro nobis. In elk van beide ramen twee wapens: 1. doorsneden: boven op blauw een gouden aangezichtszon; beneden op zilver een groene zee. 2. doorsneden: boven op goud een groene boom; beneden op rood een zilveren linkerschuinbalk, vergezeld van twee gouden klaverbladeren. Opschrift: I. van Kemenade et M. Gast dono dederunt Ao MDCCCLXXXIII. Ook nog eens hun initialen I.K. en I.G. Hezenmans-Capronnier 1883. Johannes Petrus van Kemenade (1798-1880) was koopman in koloniale waren, gehuwd met Margaretha Maria Gast.11 | 329 |
Noten | |
11. | W.J.F. Juten, ‘De H. Leonardus van Vechel’, Taxandria 10 (1903) 262. |
P.M. le Blanc e.a., De ramen van de St. Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1987) 88-89
Martien Coppens, 's-Hertogenbosch : Onder de ogen en bogen van de Sint-Jan (1984) 31
W.J.F. Juten, 'De H. Leonardus van Vechel' in: Taxandria 10 (1903) 262
C. Peeters, 'De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch' (1985) 329